Masterclass


Nederlands

Evelien's HomepageHomepage
Evelien's DagboekDagboek
Evelien's Audio ColumnsColumns
Evelien's ZoekmachineZoeken
Evelien's ToneelpaginaToneel
Evelien's Acorn paginaAcorn
RobocupRobocup
Evelien's BookmarksLinks
GamesGames
Evelien's CVCV
Evelien's BBS emulatieBBS



Zaterdag 24 mei

Het Delfts Eenakterfestival kreeg nog een staartje. Op zaterdag 24 mei, van 13:00 tot 17:00 uur, werd in de VSB-zaal van Theater de Veste de masterclass gegeven door Aus Greidanus aan de winnaars van de 'Delftse Koe':

  • Jacqueline van der Geer en haar medespelers van de Stichting Bruidssluier.
  • Marc Aarnink met zijn mensen van Duw.

De masterclass was toegankelijk voor publiek.

Aus Greidanus vertelde dat hij deze middag wilde werken aan de wetmatigheden van het theater. Je ziet bij een toneelstuk bijvoorbeeld dat er sprake is van verschillende dialogen. Er is niet alleen de dialoog tussen de karakters, zoals die wordt opgevoerd, maar ook een dialoog tussen een acteur en zijn eigen rol en een dialoog tussen de acteurs onderling.

"Ook de dialoog met het publiek is voor een voorstelling heel belangrijk. De voorstelling wordt alleen maar werkelijkheid in de verbeelding van de toeschouwers.

Een belangrijke vraag is dus: Hoeveel geef je prijs van een karakter, of van een mise-en-scène? En hoeveel laat je aan de verbeelding van de kijker over?

In film en TV zie je dat men zoveel mogelijk tracht het publiek te bevredigen door dat te tonen wat men wil zien. Daar gaat men ook steeds verder in: je kunt steeds duurdere autos winnen bij de TV-spelletjes. Elk dekor moet nog duurder en fantastischer zijn dan het vorige.

Shakespeare zit op een heel andere lijn. Hij gebruikt weinig of geen dekor en laat veel aan de fantasie van de toeschouwer over."

Eerst werden korte stukjes van de voorstellingen van de Stichting Bruidssluier en Duw opnieuw opgevoerd. Leuk om die stukjes nog eens terug te zien, de herinnering aan de beide stukken kwam meteen weer bij me boven.

Improvisaties

Daarna gingen we aan de slag met improvisaties. Bij de eerste improvisatie was de opdracht om twee minuten lang iets te doen. Daarbij mochten requisieten gebruikt worden die klaar stonden achter een scherm.

Bij de tweede opdracht mochten de requisieten ook gebruikt worden, maar niet voor het doel waarvoor ze bestemd waren. Daarnaast was de opdracht: "Zoek je inspiratie eerder bij de ander dan bij jezelf, dat leidt tot heel reëel spel."

De telefoonhoorn kreeg nu de rol van scheerapparaat. Waarschijnlijk was de opdracht om het bij de ander te zoeken aanleiding om het scheerapparaat op de andere spelers toe te passen. Dat leverde een leuk beeld op. Opvallend was dat er bij deze improvisatie helemaal niet gesproken werd.

De derde opdracht was: "Probeer met hoe weinig je die twee minuten kunt vullen."

Huis Clos

Na de improvisaties gingen we eerst werken aan Huis Clos van Sartre. In Huis Clos schetst Sartre een beeld van de hel. De hel ziet er niet uit zoals bij Dante of bij Jeroen Bosch, het is een luxe hotelkamer. Drie mensen zijn veroordeeld om daar tot in de eeuwigheid bij elkaar te blijven. Ze zijn elkaars hel.

Aus werkte met één groep, terwijl de andere groep zelf aan het stuk werkte. Het was echt fantastisch om Aus aan het werk te zien. Daar had je bij moeten zijn, dat kan ik hier niet opschrijven. Over elk aspect zou hij wel een hele dag kunnen vertellen.

"Neem nou de opkomst. Je kunt het toneel oplopen..." (hij doet het voor) "...en dan heb je je opkomst gehad. Maar je kunt dat ook uitspelen. Je kunt er zelfs de hele twee minuten over doen om alleen maar op te komen."

We kwamen met de eerste groep dan ook niet veel verder dan de eerste opkomst. Dat hindert niet. Het was heel leerzaam. Niet alleen voor de personen die moesten spelen, maar ook voor de toeschouwers.

Toen de tweede groep het stukje ging spelen, letten we natuurlijk speciaal op de opkomst. Dat deden ze goed, elke opkomst was heel anders dan de beide andere, afhankelijk van de situatie in de kamer.

Midzomernachtsdroom

Na de pauze ging het verder met de Midzomernachtsdroom van Shakespeare. Aus had er eerder al een heleboel over verteld: bij Shakespeare is het stuk niet in een dekor gevangen. Dat zou de fantasie maar beperken.

Wat heel nieuw was in Shakespeare's tijd, was dat hij brak met de klassieke eenheid van tijd, plaats en handeling in een stuk. Hij loste dat vaak op door één van de spelers een opmerking te laten maken over de locatie waar de handeling zich afspeelde. Het was dan aan het publiek om zich voor te stellen hoe het er daar uit zag.

We zien bij Shakespeare ook vaak een vergelijking tussen personen. In Hamlet bijvoorbeeld, zien we drie zonen, die elk wraak nemen op hun eigen vader. Ook in de Midzomernachtsdroom zien we zo'n vergelijking: Er zijn vier groepen en in elke groep speelt zich een liefdesgeschiedenis af.

Vandaag zouden we ons richten op één groep: de handwerkslieden. Zij hebben zich voorgenomen een toneelstukje in te studeren voor de hertogen. Daarom gaan ze, in het geheim, repeteren in het bos.

"Deze handwerkslieden nemen het toneel heel letterlijk. In de tekst staat bijvoorbeeld dat iets zich moet afspelen 'in de maneschijn'. Maar schijnt de maan wel op de geplande datum? De almanak wordt geraadpleegd. En, gelukkig, de maan schijnt die nacht. Dus de voorstelling kan doorgaan."

"Welke relatie hebben deze handwerkslieden tot het bos?"

De eerste reactie op deze vraag komt van een speler: "Ze vinden het eng!"

Met dat idee werd verder gewerkt. Het leverde leuke beelden op, bijvoorbeeld toen alle spelers heel dicht bij elkaar stonden en probeerden een struikje te zien dat áchter ze stond.

Conclusie

Aus besloot de middag nog met wat samenvattende tips: "Als regisseur moet je de goede vragen stellen. Hoe reëler je blijft bij het kijken en luisteren, hoe meer ruimte de fantasie van het publiek krijgt. Vul je meer in, dan kan het publiek achteroverleunen, maar het wordt minder interessant. In de moderne toneelkunst, in de muziek en in de schilderkunst zie je tegenwoordig steeds meer dingen die 'niet kloppen'. Juist de dingen die niet kloppen, maken iets interessant. Tot een bepaalde grens. Als het publiek afhaakt, kun je geen kunst meer maken. Je hebt een publiek nodig."

Nogmaals, wat er deze middag gebeurde, laat zich niet even opschrijven. We zijn overstelpt met ideeen en mogelijkheden. Je had erbij moeten zijn. Voor al die mensen die niet geweest zijn, en voor onszelf, hopen we dat er volgend jaar weer een masterclass is...

Laatste wijziging:
Mar 28 2004
© 1985-2006 E.G. Snel